De lezer die bij de naam Pieter Cornelisz. Hooft doorgaansdenkt aan de 17e-eeuwse dichter en prozaschrijver of aan deromantische mythe "De Muiderkring", maakt in dit boek kennismet een andere Hooft, de magistraat P.C. Hooft. Niet een adellijke,maar één die tijdens zijn Grand-tour met 17-jarige optiekde steden van Frankrijk, Italië en Duitsland in zijn 'Reis-heugenis'beschreef, waarbij toen al specifiek bestuurlijke kenmerkenzich manifesteerden. Deze vermaarde Nederlandse Tacitus,rechtsverorderaar, bestuurder, kolonel en houtvester, werd inde eerste helft van de 17e eeuw geconfronteerd met de "barensweeën"van de Nederlandse republiek, die tot uitdrukkingkwamen in opstand en lokale conflicten. Archieven, fragmentarischepublicaties, proefschriften van verschillende disciplines,brieven, autobiografische aantekeningen en gedichten hebbende auteur geholpen Hoofts bestuurlijke en persoonlijke wederwaardighedenin zijn tijd en omgeving te plaatsen. Door dezemultidisciplinaire werkwijze zijn er opmerkelijke verbanden gevonden,die P.C. Hoofts familie, vrienden en de bevolking vanzijn rechtsgebied dicht bij de lezer zal brengen.