Aan het begin van de middeleeuwen breidt het aantal lepragevallen zich in Europa sterk uit. Dat is zorgwekkend vanuit een medisch, maar vooral ook vanuit een religieus standpunt. Lepra wordt gezien als een straf van God en het resultaat van een zondig leven. Zonde is besmettelijk, dus wordt geprobeerd de leproos zoveel mogelijk te isoleren in speciale inrichtingen, leprozerieën.
De ziekte van Lazarus - Lepra in de middeleeuwen vertelt over maatschappelijke uitsluiting, vooral op initiatief van een kerk die het dagelijks leven overheerst. Het is ook het verhaal van een kerk die juist op dit gebied uiteindelijk faalt, omdat leprozen worden herkend als 'Gods lieve siecken'.