Gezinnen bestaan in alle vormen en kleuren, en allemaal beginnen ze vanuit liefde. Maar wanneer een gezin de hulp van een gezinstherapeut zoekt, zijn wrok, angst en teleurstelling vaak uitgegroeid tot de dominante krachten die het dagelijks leven beheersen.
Gezinstherapeuten moeten afstappen van het medische 'probleem-diagnose-behandeling'-model van psychotherapie, en nadenken over een andere manier om gezinnen te benaderen. In dit boek wordt gezinstherapie in de eerste plaats opgevat als een dialoog tussen levende mensen. Peter Rober benadrukt de wederkerigheid en relationele context die als achtergrond dienen bij een therapeutische ontmoeting, waarbij de gezinsleden sommige emoties tonen en andere onderdrukken. De gezinstherapeut moet in de sessie zorgvuldig navigeren, en proberen met elk van de gezinsleden een warme band te krijgen, ook al verschillen sommige gezinsleden grondig van mening of leven ze in pijnlijke spanning met elkaar.
Dit boek vertrekt van het wetenschappelijk onderzoek over psychotherapie in het algemeen en over gezinstherapie in het bijzonder. Toch staat de therapeutische praktijk centraal en is het boek rijk aan nauwgezet geanalyseerde gevalsstudies van gezinnen in nood.