Voor mensen die beroepshalve teksten in het Engels willen gaan vertalen, is er studiemateriaal in overvloed: de boekenplanken puilen uit van de vertaalgidsen Nederlands-Engels. De vertaler Engels-Nederlands komt er echter bekaaid vanaf; blijkbaar verkeren velen in de veronderstelling dat het vertalen in de moedertaal ‘zo’n beetje vanzelf moet gaan’. Die laatste veronderstelling is pertinent onjuist.
Deze handleiding laat zien hoeveel valkuilen er kunnen zitten op de weg van Engels naar Nederlands. Men vindt er een compleet overzicht van de grammaticale en idiomatische problemen die zich kunnen voordoen bij het vertalen Engels-Nederlands. Het is geen systematisch leerboek maar een bloemlezing van vertaalproblemen, een naslagwerk van instinkers. De praktische tips en het oefenmateriaal hebben betrekking op Engelse teksten met een algemeen karakter.
Deze Vertaalwijzer is speciaal geschikt voor mensen die zich voorbereiden op vertaalexamens, professionele vertalers en anderen die zich bezighouden met het vertalen uit het Engels.
In deze derde editie zijn tal van vertaalkwesties en praktijkvoorbeelden toegevoegd, zowel onder de bestaande lemmata als onder nieuwe lemmata. Om enkele voorbeelden te noemen: de afkortingen van buitenlandse samenwerkingsverbanden en rechtsvormen (§ 33.4); geslacht en verwijswoorden bij namen van bedrijven en organisaties (§ 58.11); het vertalen van de constructie NP + being + NP + adjective phrase/preposition phrase (§ 165.3); het vertalen van agree to (§ 242), Europe/European (§ 334), legal person (§ 417) en be spared (§ 543). Ook wordt voor het eerst aandacht geschonken aan de inzet van vertaalprogramma’s zoals DeepL en Google Translate (§ 7.3).