ZUID-LIMBURG, 1845. Nadat de familie Mullenders uit hun boerderij is gezet, verhuizen ze naar Kerkrade, waar werk is in de kolenmijn. Emma is veertien jaar en moet met haar vader en twee oudste broertjes de mijn in. Het werk is zwaar en gevaarlijk en Emma weigert zich neer te leggen bij het idee haar hele leven 200 meter onder de grond te moeten werken. Simone van der Vlugt geeft met Zwarte sneeuw een overtuigend beeld van het zware, ondergrondse bestaan in de mijnen van de negentiende eeuw, waar ook kinderen werden blootgesteld aan erbarmelijke omstandigheden en groot gevaar.