Sinds de lancering van ChatGPT in 2022 lijkt het wel alsof plots alle aandacht gaat naar taalmodellen en kunstmatige intelligentie. Voor het grote publiek is het soms wat beangstigend: neemt de computer ons taalvermogen over; is het nog nodig dat kinderen vreemde talen leren en moeten studenten nog wel een masterproef leren schrijven?
De realiteit is anders: de menselijke taal wordt al gedurende vele decennia bestudeerd in de (computationele) taalkunde en er zijn al heel wat taalmodellen gelanceerd. Ook de zoektocht naar betere machinale vertaalsystemen en andere taaltoepassingen is al vele jaren bezig. Wat is de positie van het Nederlands in dit alles? Het Nederlands is een belangrijke taal, de taal van de lage landen, een sterke economische regio.
In dit boek maken we een stand van zaken op: waar staan we vandaag, in een sterk veranderende wereld waarin de technologische vernieuwingen zeer snel na elkaar gelanceerd worden. Europa wil het voortouw nemen en streeft tegen 2030 naar een sterke digitalisering van alle Europese talen. Het instituut voor de Nederlandse taal is het kennisinstituut voor het Nederlands en werkt aan de digitale taalinfrastructuur, en dit in nauwe samenwerking met de Taalunie. Via het verdrag tussen Nederland en Vlaanderen wordt het Nederlands sterk ondersteund en bouwen we samen aan een toekomst waarin onze taal een prominente plaats blijft behouden.
Frieda Steurs is directeur van het instituut voor de Nederlandse taal in Leiden en emeritus hoogleraar aan de KU Leuven.