Jan Prins trad in 2013 toe als Broeder Johannes tot de kloostergemeenschap van de trappistenabdij Onze Lieve Vrouw van Koningshoeven in Berkel-Enschot. Binnen de abdijgemeenschap is zijn belangrijkste taak die van gastenbroeder; hij draagt bij aan de persoonlijke of groepsdoelen van de gasten van de abdij. Op verzoek van veel abdijgasten, vertrouwde Broeder Johannes zijn levensverhaal toe aan het papier. Hij vertelt als kloosterling over het leven en werken in een trappistenabdij, maar vooral is het een openhartig boek geworden over zijn leven. Voor het eerst praat hij over de erbarmelijke omstandigheden waarin hij samen met zijn tweelingbroer Gerard opgroeide. Na in de jaren veertig van de vorige eeuw, acht jaar in een gesticht voor verstandelijk gehandicapte en moeilijk opvoedbare jongens te zijn weggestopt, kwam hij in pleeggezinnen terecht die je niemand zou toewensen. Zijn geloof in een tastbare God hield hem echter overeind. Dat geloof ging een steeds belangrijkere rol spelen in zijn leven. Jan wilde, na zijn gymnasium te hebben gehaald, priester worden. Echter, toen hij zijn studie met veel worstelingen had volbracht, wilde aanvankelijk niemand hem tot priester wijden. De kerk verkeerde in de jaren na het Tweede Vaticaansconcilie in een crisis. Maar zijn wil vond altijd een weg. Uiteindelijk was Jan veertig jaar kapelaan, pastoor en deken en werd hij trappist tijdens het hoogfeest van Allerheiligen.
Dit boek is een aangrijpend verhaal dat getuigt van een rotsvast geloof in God. Van een kind dat opgroeide in een uitermate ellendige situatie en zijn leven een zinvolle invulling gaf. Van een man met zelfreflectie. Een boek dat niet alleen een waardevolle herinnering is voor de gasten die enkele dagen doorbrachten binnen de abdij, maar voor iedereen die bereid is zich te verwonderen over het leven.