In oktober 1944 werd Jules Haeck door de Duitsers op vliegveld Twente vermoord. Hij kwam uit Croix in Frankrijk en had zich in 1918 in Hengelo gevestigd, nadat hij tijdens de Eerste Wereldoorlog uit het Franse leger was gedeserteerd. Omdat hij de Franse taal sprak, was het geen toeval dat hij in 1942 onbedoeld betrokken raakte bij de hulpverlening aan de uit Duitsland ontsnapte Franse en andere krijgsgevangenen. Om zich te rehabiliteren tegenover zijn vaderland haalde hij het medio 1942 in zijn hoofd de krijgsgevangenkampen in het Emsland tot de laatste man toe leeg te halen. Hij werkte hierbij samen met slechts enkele personen uit Hengelo, Zutphen, de Achterhoek en Echt in Limburg. Toen de eerste gestrande bemanningsleden van de geallieerde luchtstrijdkrachten verschenen, werd zijn ontsnappingslijn ook voor de ‘piloten’ gebruikt. Tot september 1944 werkte de ontsnappingslijn van Haeck zelfstandig. Hij was een solist die zelf de regie wilde houden. Zijn illegale werk werd alom gewaardeerd en gerespecteerd en medio 1944 werd hem door enkele verzetsorganisaties de coördinatie van de hulpverlening aan gestrande geallieerde bemanningsleden in Twente toebedeeld.