De complexiteit van de bouwtechnische bouwplantoetsing vraagt om gespecialiseerde kennis. De Wkb beoogt de positie van de bouwconsument én de bouwkwaliteit te verbeteren door het toezicht op het bouwproces efficiënter in te richten door daarbij voor veel typen bouwwerken private kwaliteitsborgers te betrekken. De rol van de gemeente bij de bewaking van de kwaliteit van nieuwbouw wijzigt van die van het toetsen aan ook de technische bouwregelgeving naar het toetsen van de juiste betrokkenheid van de private kwaliteitsborger.
Naast de introductie van de private kwaliteitsborger en daarmee wijziging van de gemeentelijk rol bij het bouwproces, bevat de Wkb ook een versterkte prikkel voor aannemers om voldoende bouwkwaliteit te leveren. Die verbetering van de positie van de bouwconsument bestaat onder andere in een verzwaring van de aansprakelijkheid na oplevering voor aannemers.
In dit Praktijkboek Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) worden, na een beknopte inleiding waarin de historie en structuur van de Wkb worden beschreven en enkele sleutelbegrippen worden aangeduid, ingegaan op de belangrijkste wetswijzigingen en op de effecten voor het bevoegd gezag, opdrachtgevers, directievoerders, aannemers en onderaannemers. Daarbij komen de verhoudingen tussen de kwaliteitsborger en de aannemer en tussen de kwaliteitsborger en de onderaannemer ook aanbod. Aansluitend wordt aan de hand van de fasen in het bouwproces (ontwerpfase, bouwfase, gereedmelding, oplevering en nazorg) de toepassing van de Wbk beschreven. Bij die nazorg ligt het accent op de betekenis van de gewijzigde aansprakelijkheidsverdeling na oplevering.
In de bijlagen zijn de tekst van de Wbk en van relevante onderdelen van de uitvoeringsregelgeving opgenomen.