Toen eind 2013 de eerste druk van dit boek verscheen, bleek dit in een grote behoefte te voorzien. In de vorige druk werd met name de problematiek van vertragingsclaims beschreven vanuit het perspectief van de aannemer onder de UAV 2012. Deze vertragingsclaims zijn naast meerwerkaanspraken nog steeds de meest voorkomende financiële geschillen in het bouwrecht. Sinds 2013 zijn er talloze vonnissen gewezen die op één of andere manier met vertraging te maken hebben en de daaruit blijkende inzichten van rechters en arbiters hebben aanleiding gegeven voor deze tweede druk.
Tevens is het boek uitgebreid met nieuwe hoofdstukken waarin apart aandacht wordt besteed aan de tijdgerelateerde verplichtingen van de aannemer. Uiteraard denkt men dan als eerste aan de oplevering en discussies daarover, bijvoorbeeld over deelopleveringen en mijlpalen, maar er blijkt meer te spelen. Daarnaast zijn er aparte hoofdstukken gewijd aan de UAV-GC in relatie tot vertragingsschade. Niet alleen kijkt men daarbij naar de aanspraken van de aannemer richting de opdrachtgever maar ook naar de specifieke verplichtingen van de aannemer om bepaalde zaken op tijd te doen.
De laatste noviteit is dat er ook een hoofdstuk is ingeruimd voor samenloop bij bouwvertraging: wat nu als zowel aannemer als opdrachtgever hebben bijgedragen tot het ontstaan van verstoring en vertraging? Heeft de aannemer dan wel recht op bouwtijdverlenging? Hoe wordt de schade verdeeld? Een actueel onderwerp gezien de uitstekende publicaties die hierover de laatste tijd zijn verschenen. Met dit boek wordt geprobeerd enkele handvatten te geven en om de gedachtenvorming verder te brengen.
Dit boek is bestemd voor iedereen in de bouw die te maken krijgt met vertraging en daaruit voortvloeiende schade en wil weten wat hem dan te doen staat.