De Raad van Arbitrage voor de Bouw dankt zijn bekendheid aan zijn bouwrechtelijk inhoudelijke jurisprudentie. Die jurisprudentie komt tot stand op basis van procesrechtelijke regels, zoals die te vinden zijn in onder meer de wet en het Arbitragereglement van de Raad.
In deze publicatie zijn relevante overwegingen van processuele aard uit de jurisprudentie van de Raad opgenomen. Hoe gaan arbiters van de Raad om met bewijs, wat zijn de gevolgen van een akte niet-dienen, hoe zit het met eisvermeerderingen, nieuwe producties vooraf aan de zitting, de parkeerrol, kostenveroordeling, kosten van deskundigen, provisionele vorderingen en het grievenstelsel in hoger beroep? Op dit soort vragen is in deze uitgave een antwoord te vinden.
Tot slot zijn de bij de Raad toepasselijke (huis)regels van procesrecht opgenomen.
Deze uitgave is bedoeld voor diegenen die regelmatig procederen bij de Raad van Arbitrage voor de Bouw.
Redactie
Leendert C. van den Berg (Severijn Hulshof advocaten)
Jacob M. Henriquez (HabrakenRutten)
Marianne W. Kemmerling (Raad van Arbitrage voor de Bouw)
Leonie Mundt (Staal advocaten)
Frank Ronner (ProRail)
Sjoerd J.H. Rutten (HabrakenRutten)
Eindredactie
Jacob M. Henriquez, Frank Ronner, Sjoerd J.H. Rutten
Met dank aan
Melanie D. Kosterink (Staal Advocaten)
Caroline F. van Spanje - van Klaveren
Barbara J. Broekema-Engelen (Raad van Arbitrage voor de Bouw)
Monique Niesen (Raad van Arbitrage voor de Bouw)