Wat is de weg, die in het taoïsme centraal staat, en waarom is het zo moeilijk er iets zinnigs over te zetten?
In vijftig eenvoudig toegelichte citaten uit de klassieke teksten van het taoïsme maken we kennis met de essentie van deze fascinerende en ondanks alles nog steeds springlevende levensbeschouwing.
Waarom is ‘niet-doen’ de beste manier om iets te doen? Wat is de plaats van de mens in de natuur en de kosmos? Waren de taoïsten de eerste ecologisten? Wat kunnen we leren van het water en van zuigelingen? Waarom is het nuttig om nutteloos te zijn? Waarom is relativeren zo heilzaam?
Iedereen die deze pijler van de Chinese cultuur beter wil begrijpen, zal in dit boek veel waardevols ontdekken. Ook al werden de taoïstische klassieken ruim twee millennia geleden samengesteld, ze werken ook vandaag nog inspirerend door hun onconventionele kijk op de werkelijkheid. Het taoïsme is de drager van een universele boodschap, waarin alles draait om vitaliteit en creativiteit, harmonie en geweldloosheid, en het breken met verstikkende conformismen.
Jan De Meyer (1961) is sinoloog en literair vertaler. Hij bestudeert het taoïsme al bijna veertig jaar en vertaalde onder meer de taoïstische klassieken Liezi en Wunengzi (Nietskunner).