De kinderherstellingsoorden ontstonden in het begin van de twintigste eeuw op verschillende plaatsen in Nederland. Deze zogenoemde kinderkoloniehuizen werden bij voorkeur aan zee of in een bosrijke omgeving gebouwd. Daar kregen kinderen met een zwakke gezondheid de kans om aan te sterken.
In dit boek wordt het ontstaan en de ontwikkeling van het medisch kleuterhuis De Krabbebossen beschreven. Dit eerste katholieke medisch kleuterhuis in Noord-Brabant kwam tot stand op initiatief van de in Etten-Leur gevestigde huisarts Chris Mol. In de beginjaren waren het voornamelijk lichamelijk zwakke kinderen die een indicatie kregen voor opname, meestal voor een vakantieperiode van zes weken. Later werd die uitgebreid tot enkele maanden of soms nog voor een langere periode. Vanaf de jaren vijftig verschoof de problematiek en betrof het ook kinderen met psychosociale problemen die werden opgenomen.
Het dagelijks leven van de kinderen werd gekenmerkt door Rust, Reinheid en Regelmaat. Door gezonde voeding en volop beweging in de buitenlucht gingen de meeste kinderen ‘stevig van vlees en vel, hard als een nogabrok en bruin als chocolade weer’ naar huis. De kinderverzorgsters werden intern opgeleid. Onder een strak regiem van de directie werd de theorie in praktijk gebracht. De geschiedenis laat zien hoe de medische, pedagogische, en maatschappelijke concepten die vanaf 1933 werden gehanteerd, zich moesten aanpassen aan de veranderde visie op jeugdzorg.
Die nieuwe ontwikkelingen in de jeugdzorg leidden er uiteindelijk toe dat het kleuterhuis zich ontwikkelde tot een integraal behandelingsinstituut voor jonge kinderen waarbij de residentiële zorg deels verdween en plaats maakte voor het medisch kinderdagverblijf De Tweegelanden.
De herinneringen van zowel de kinderen als van de kinderverzorgsters die in dit boek zijn opgenomen, illustreren de geschiedenis van het kleuterhuis de Krabbebossen door de jaren heen en geven een beeld van hun persoonlijke beleving.