Preken in een kerkdienst of samenkomst is een serieuze opdracht, maar wel altijd een zaak van vreugde. Het gaat immers om het brengen van ‘blijde boodschap’. Die mag fris en fleurig worden verteld. En met humor.
Er zijn diverse predikerbeelden, zoals de heraut, de pastor, de verteller. Een beeld, dat de afgelopen tijd voor het voetlicht is gebracht, is dat van de ‘wijze dwaas’ (the wise fool, de nar, de clown). Over dit predikerbeeld gaat dit boek.
In de Bijbel wordt meer dan eens gesproken over ‘wijsheid’ en ‘dwaasheid’. In deze studie wordt in het bijzonder gefocust op wat de apostel Paulus hierover in zijn brieven aan de Korintiërs naar voren brengt. De hoofdmoot bestaat dan ook in het bespreken van 1 Korintiërs 1-4 en 2 Korintiërs 10-12:18 (met daarin Paulus’ zogenoemde ‘narrenrede’). Van daaruit wordt gereflecteerd op de opdracht van de prediking.
Het laatste hoofdstuk is gewijd aan het thema ‘prediking en humor’. Hierin worden ook verschillende predikers ten tonele gevoerd, die hun spreken met humor hebben gekruid (o.a. Maarten Luther, Kaj Munk, Okke Jager, Desmond Tutu).
Dr. Henk van der Meulen was als predikant werkzaam in de hervormde gemeenten Rinsumageest-Sijbrandahuis, Nagele-Tollebeek (N.O.P.), Vriezenveen en Hoogeveen en is oud-docent Praktische Theologie (pastoraat, homiletiek) aan de Protestantse Theologische Universiteit (Utrecht, Groningen).