Terwijl het kanonvuur de hele dag ruiten en ramen doet rammelen, worden zeshonderd gewonden opgenomen= in tien uur, omgerekend één per minuut. Dokter Depage is in de gang waar een bijna hese Baby-Cadum [de Belgische verpleegster Wyckmans] haar aanwijzingen uitschreeuwt. Onbeschrijfelijke taferelen. Alle operatiezalen werken tegelijk. Overal bloed. Soms liggen drie gewonden in twee bedden. Draagberries staan op de grond, doden tussen levenden, alles dooreen.
In de eerste oorlogsmaanden heerst er nog veel wantrouwen tegenover de jonge verpleegsters die de naakte mannenlichamen wassen en het aandurven de gewonden onder de gordel te verzorgen. Aanstootgevend gedrag volgens sommigen, anderen bestempelen hen als prostituees. Toch slagen ze er geleidelijk in respect af te dwingen voor het verpleegkundig beroep en voor hun bijna onmogelijke opdracht: 'Soms genezen, dikwijls verlichten, altijd troosten.'