De sanctionering van jeugdigen die zich schuldig maken aan een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf is in Nederland al langere tijd onderwerp van politieke en maatschappelijke discussie. In dit onderzoek wordt in kaart gebracht welke sancties Nederland en andere Europese landen – België (Vlaanderen), Duitsland, Engeland en Wales, Ierland en Zweden – hanteren voor minderjarigen en jongvolwassenen (tot 23 jaar) die een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf hebben gepleegd. Ook wordt onderzocht wat de effectiviteit van deze sancties is en hoe de diverse sanctiestelsels zich verhouden tot internationale en Europese kinder- en mensenrechten. Vervolgens wordt gereflecteerd op de vraag in hoeverre de bevindingen van dit onderzoek aanleiding geven tot aanpassing van de Nederlandse strafrechtelijke aanpak van jeugdigen die worden veroordeeld voor een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf. Uiteindelijk resulteert het onderzoek in een aantal concrete aandachtspunten voor wetgeving en beleid en suggesties voor ver volgonderzoek die de wetgever en beleidsmakers beogen te ondersteunen bij het maken van goed geïnformeerde, weloverwogen en wetenschappelijk onderbouwde beslissingen omtrent dit vraagstuk. Hiermee legt dit onderzoek een belangrijke wetenschappelijke basis voor het ontwikkelen van een effectief en kinder- en mensenrechtenconform sanctiestelsel voor jeugdigen die zich schuldig maken aan een ernstig gewelds- of zedenmisdrijf in Nederland en daarbuiten.