De uiteindelijke impact van COVID-19 op onze economie is nog niet te voorspellen. Mede gezien de hoge schuldniveaus van veel ondernemingen pre-COVID, zal deze impact aanzienlijk zijn. De acute, gedwongen stilstand van de economie en de stapsgewijze heropstart vormen dan ook een stresstest voor het insolventierecht.
De jaarvergadering NVRII 2020 behandelt de vraag in hoeverre het insolventierecht en aanverwante regelingen een adequaat kader bieden voor een hard geraakte economie. Hierbij wordt een onderscheid aangebracht tussen stabiliserende maatregelen enerzijds en ondersteunde maatregelen die levensvatbare bedrijven ondersteunen om weer uit het dal te komen anderzijds.
Mr. drs. J.C.A.T. Frima behandelt in haar pre-advies de Betalingsuitstelwet, mede in het licht van de door de rechterlijke macht zelf ontwikkelde kaders.
Mr. E. Schmieman werpt in zijn pre-advies een kritische blik op de wetgevingsactiviteit van de Europese Unie ten tijde van de crisis en biedt daarbij ook waardevolle inzichten in het wetgevingsproces zelf.
Mr. ir. B.P.C. van Weert analyseert de werking van de G0-C regeling, waarbij de overheid deels garant staat voor additionele bankfinanciering, en waarom deze regeling maar moeilijk tot wasdom lijkt te komen.
Prof. mr. drs. M. Haentjens analyseert in hoeverre lessen uit de financiƫle crisis van 2008 ook nu inspiratie kunnen bieden bij pogingen de gevolgen van COVID-19 voor de economie het hoofd te bieden.