In deze empirische en juridische studie worden de plaats en betekenis van etnische en culturele aspecten in het gedragskundige onderzoek in strafzaken onderzocht. Daarbij wordt nagegaan welke (juridische) maatregelen genomen kunnen worden om het risico op onrechtvaardige en ineffectieve strafrechtelijke beslissingen te beperken. Ten aanzien van het onderzoek naar de persoon van de verdachte zijn er, zo blijkt, belangrijke uitdagingen om recht te kunnen doen aan diens etnische en culturele achtergrond. De onderzoeksresultaten geven aanleiding te investeren in verder onderzoek, zodat kennis en kunde worden opgebouwd over culturele factoren bij de beoordeling van de relatie tussen stoornis en delict, bij alle procesdeelnemers.