De aanpak van discriminatie met behulp van het strafrecht mag op veel belangstelling rekenen. Die aandacht is niet alleen gericht op het bestrijden van discriminerende uitlatingen, het zaaien van haat of het aanzetten tot geweld. Ook wordt het belang onderkend dat bij de bestraffing van strafbare feiten – waarbij discriminatie een rol speelde – rekening wordt gehouden met het discriminatoire aspect. Internationaal bestaat consensus dat het discriminatoire aspect van invloed mag zijn op de straftoemeting. De wijze waarop daarmee rekening kan worden en wordt gehouden, verschilt per land.
In opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoeks- en Documentatiecentrum (WODC) verrichtten medewerkers van de afdeling Straf- en strafprocesrecht van de Universiteit Leiden rechtsvergelijkend onderzoek naar de wijze waarop in België, Duitsland, Frankrijk, Ierland en Italië het discriminatoire aspect als strafbeïnvloedende omstandigheid wordt betrokken bij de straftoe-meting en tot welke voor- en nadelen dat leidt in de (rechts)- praktijk. Het onderzoek levert bouwstenen op voor de discussie in andere landen, waaronder Nederland, over de vraag op welke wijze discriminatie bij de straftoemeting kan worden betrokken.