In Nederland is er de afgelopen jaren meer aandacht voor de positie van grootouders. Grootouders zijn meer gaan oppassen, en daarmee is hun maatschappelijke positie veranderd en is de band met hun kleinkinderen sterker geworden. Tegelijkertijd is er ook meer aandacht voor de situaties waarin grootouders hun kleinkinderen niet meer (mogen) zien.
In Omgang tussen grootouders en kleinkinderen wordt onderzocht welke oorzaken er zijn voor het ontbreken van omgang tussen grootouders en hun kleinkind(eren). Welke juridische en niet-juridische middelen zijn er om deze omgang te herstellen of te initiëren? Wat kan bijdragen aan hersteld contact, in het belang van het kind?
Naast een empirisch onderzoek naar de problematiek van het ontbreken van contact tussen grootouders en kleinkinderen, bevat dit rapport een juridisch en rechtsvergelijkend onderzoek naar de positie van grootouders in Nederland, Noorwegen, België en Engeland & Wales.