Het regeringsstelsel van de Verenigde Staten spreekt bijna iedereen tot de verbeelding. Amerika heeft de oudste geschreven grondwet ter wereld en het regeringsstelsel functioneert in het algemeen naar behoren. Zowel in een jaar van verkiezingen (2020) als in de tussenliggende periodes is het boeiend om te zien hoe deze grote democratie bestuurd
wordt vanuit Washington DC, zeker nu Donald Trump President is. In dit boek wordt uitvoerig ingegaan op de werking van het Amerikaanse regeringsstelsel. Naast leerstukken en theorie worden praktijkvoorbeelden gegeven en komen actuele gebeurtenissen aan de orde.
Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel geeft de context aan van het Amerikaanse staatsrecht. Ingegaan wordt op het begrippenkader, de koloniale periode tot en met de grondwet van 1787, de voor het Amerikaans staatsrecht relevante leerstukken en het verschijnsel politieke partijen. In het tweede deel worden systematisch de bevoegdheden en de (on)macht van respectievelijk het Congres, de President en het Hooggerechtshof besproken. Naast de tekst van de grondwet worden ook ongeschreven bevoegdheden bij deze analyse betrokken. Deel drie geeft inzicht in de reikwijdte en systematiek van grondrechten. De beschouwingen worden verantwoord door verwijzingen naar literatuur en jurisprudentie.