2020 lijkt een goed jaar voor een reflectie over de toekomst van de toegang tot het recht. De expertsessies over een ander stelsel van gesubsidieerde rechtshulp zijn afgerond, de rechtspraak worstelt met haar maatschappelijke effectiviteit en de overheid worstelt met de noodzaak om geschilbeslechting en (rechts‑)hulp te digitaliseren. In dit essay probeert de auteur zich voor te stellen hoe de regelgeving en uitvoering er in 2035 uit zouden kunnen zien. Dat jaartal is willekeurig: 2035 kan ook best 2040 of 2045 zijn. De opbouw is als volgt: eerst wordt het centrale begrip ‘toegang tot het recht’ onder de loep genomen, daarna komen de ‘strategieën’ aan de orde om dit streefdoel te bereiken. Deze analyse richt zich op de discussie wereldwijd. Vervolgens wordt ingezoomd op de nationale invulling, nu en straks. De beschrijving volgt de drie niveaus van toegang tot het recht: informatievoorziening, belangenbehartiging en geschilbeslechting of ‑oplossing. Eén ding is zeker: de invulling van de manieren om toegang tot het recht te bewerken zal er in de toekomst heel anders uit gaan zien.