In 2021 is het zover en treedt de Omgevingswet in werking. Dit heeft vergaande gevolgen voor de dagelijkse praktijk. De wet gaat over de fysieke leefomgeving en activiteiten die gevolgen kunnen hebben voor die leefomgeving, zoals het bouwen van een woning of een bedrijf. Maar liefst 26 wetten worden vervangen, zoals de Wet ruimtelijke ordening, de Waterwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Wet geluidhinder, de Wet natuurbescherming, en grote delen van de Wet milieubeheer en de Erfgoedwet.
De Omgevingswet gaat uit van zes kerninstrumenten. Elke overheid moet een strategische omgevingsvisie
maken. Programma’s moeten ervoor zorgen dat doelen worden bereikt. Activiteiten moeten voldoen aan algemene regels in het gemeentelijke omgevingsplan, de provinciale omgevingsverordening, de waterschapsverordening en rijksregels in het Besluit activiteiten leefomgeving en het Besluit bouwwerken leefomgeving. Bestemmingsplannen en keuren, maar ook het Activiteitenbesluit en het Bouwbesluit vervallen. Voor sommige activiteiten is een omgevingsvergunning of een projectbesluit verplicht. Bedrijven heten niet langer inrichting, maar milieubelastende activiteit. De bouwvergunning is
opgeknipt in een technische ‘bouwvergunning’ en een ruimtelijke ‘omgevingsplanvergunning’.
Deze korte introductie is geschikt voor overheden, bedrijven, adviseurs, advocaten, wetenschappers
en studenten.