Wat doen civiele rechters en kantonrechters op zittingen als het op schikken aankomt? Welke middelen zetten ze in? Gaan ze ook in op een eventueel onderliggend conflict? Hoe werkt dat in op partijen: wat heeft invloed op hun opstelling tegenover een schikking? En ervaren zij de zitting dan als procedureel rechtvaardig?
Verschoof en Van Rossum observeerden honderd comparities na antwoord (vijftig civiel en vijftig kanton), legden vooraf en achteraf aan de zittingsdeelnemers vragenlijsten voor en interviewden de rechters en partijen na afloop. Het resultaat geeft een goed beeld van wat werkt in de zittingszaal. In dit boek vindt u antwoorden op vragen als: wanneer heeft het beproeven van een schikking geen zin, wanneer wordt bij het beproeven van een schikking door partijen dwang ervaren, en zijn er pre-existente factoren die het bereiken van een schikking bevorderen?
Een onmisbaar boek voor iedereen die in de civiele zittingspraktijk werkt.