De aanleiding voor de eerste druk van Regulering van beleggingsinstellingen
en icbe's in de Wft was de implementatie in de Wft van de
AIFM-richtlijn die complementair is aan de al eerder in de Nederlandse
wetgeving geïmplementeerde ICBE-richtlijn. Beide richtlijnen tezamen
omvatten in beginsel alle soorten instellingen voor collectieve belegging
waardoor de regulering op Europees niveau een feit is geworden.
De doelstelling van de eerste druk van Regulering van beleggingsinstellingen
en icbe's in de Wft was om de in de Wft geïmplementeerde
Europese regels inzichtelijk en systematisch voor het voetlicht te brengen.
Die doelstelling is gebleven met dien verstande dat de huidige
uitgave een onderdeel geworden is van de voortaan in aparte delen te
verschijnen uitgave van Koersen door de Wet op het financieel toezicht
die het laatst als één geheel in 2012 verschenen is en door het voortdurend
uitdijen van het rechtsgebied thans niet meer in één boek
bestreken kan worden. De huidige uitgave heeft dan ook een andere
titel gekregen. Het was een logisch gevolg van de keuze voor aparte
delen, om de nieuwe druk van Regulering van beleggingsinstellingen
en icbe's in de Wft te incorporeren als een onderdeel van de nieuwe
serie.
In deze uitgave zijn de diverse wijzigingen in de regulering van beleggingsinstellingen en icbe's die hebben plaatsgevonden tussen augustus
2013 en december 2015 verwerkt, alsmede het implementatiewetsvoorstel
UCITS V. Deze uitgave bevat geen hoofdstuk meer over die bepalingen
van deel 5 Wft die relevant zijn indien de deelnemingsrechten
toegelaten zijn tot de handel op een gereglementeerde markt of een
MTF. Dit onderdeel zal geïncorporeerd worden in Koersen door de Wet
op het financieel toezicht: Deel II - Uitgevende instellingen. Toegevoegd
is een hoofdstuk over Europese durfkapitaalfondsen (EuVECA),
Europese sociaalondernemerschapfondsen (EuSEF), Europese langetermijnbeleggingsinstellingen(ELTIF) en Geldmarktfondsen (MMF) die
relevant kunnen zijn voor bepaalde entiteiten voor collectieve belegging.
In een nieuw hoofdstuk wordt ingegaan op de mogelijkheid voor
externe beheerders om bepaalde MiFID-diensten te verlenen en op de
aanvullende regels die in een dergelijke situatie van toepassing zijn.