Op 22 mei 2015 sprak prof. Willem van Boom zijn oratie uit ter gelegenheid
van de aanvaarding van de leerstoel Civiel Recht te Leiden. De
titel 'Door meten tot weten' verwijst naar de lijfspreuk van natuurkundige
Heike Kamerlingh Onnes. Diens borstbeeld met lijfspreuk staat voor
het Kamerlingh Onnes gebouw, waar inmiddels de Leidse rechtenfaculteit
is gevestigd. Hoe verhoudt die lijfspreuk 'door meten tot weten' zich
tot het werk dat wordt verricht op rechtenfaculteiten?
Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. Het is immers geen evidentie
dat een rechtenfaculteit zich afficheert als bolwerk van exactheid.
Juristen houden zich immers vooral bezig met taal, tekst, systematisering,
logische argumentatie, overtuiging en een betere wereld. Zij
postuleren normen, debiteren tegeltjeswijsheden, argumenteren met
verwijzing naar rechtssysteem, wet, rechtspraak, literatuur; maar zelden
zie je ze meten of verwijzen naar systematische waarneming. Dus wat
nemen we waar als we op rechtenfaculteiten gaan meten?
In zijn oratie stelt Van Boom onder meer vast dat meting uitwijst dat rechtenfaculteiten
'kruispunten' van verschillende wetenschapsopvattingen
zijn. Rechtswetenschap bestaat uit zoveel meer dan alleen het klassiek
juridische werk. Dat gegeven heeft consequenties waar rechtswetenschappers
antwoorden op moeten formuleren. In zijn oratie belicht Van
Boom een aantal van de uitdagingen die rechtswetenschappers - en dus
ook privaatrechtswetenschappers - te wachten staan, bijvoorbeeld bij
het verder verbeteren van de manier waarop zij kwaliteit van onderzoek
meten.