De institutionele fundamenten van onze Westerse maatschappij zijn aan structurele veranderingen onderhevig. Ingrijpende ontwikkelingen als liberalisering, secularisering, Europeanisering, globalisering, en zeker ook privatisering, stellen onze belangrijkste instituties - overheid, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven - voor nieuwe uitdagingen. Dit roept vragen op naar de houdbaarheid van onze ideeën over de verdeling van publieke en private taken en de bijbehorende verantwoordelijkheden in een veranderende maatschappij en een globaliserende wereld: in hoeverre heeft het uitvoeren van wat in feite een (semi-)publieke taak is, consequenties voor de verantwoordelijke private partij (burger, bedrijf of multinational)? Specifiek rijst de vraag naar de (grenzen van) aansprakelijkheid - civielrechtelijk, strafrechtelijk, bestuursrechtelijk en/of internationaalrechtelijk - van de betrokken maatschappelijke actoren voor schade die wordt aangericht als gevolg van het niet of niet juist uitvoeren van de voorheen publieke taken die aan hen zijn toebedeeld of 'per ongeluk' zijn toegevallen. In de kern raken die vragen steeds het centrale thema van dit boek, te weten: de verschuivende grenzen van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van bedrijven en professionals in een maatschappij die gekenmerkt wordt door steeds verder vervagende grenzen tussen het publieke en private domein.