Ons werk is aardig in beweging. Vragen staan niet meer op zichzelf. Ze verstrengelen zich aan alle kanten met andere ontwikkelingen en andere belangen, en zijn in zichzelf ook dynamischer, complexer, minder voorspelbaar. Steeds vaker is er een noodzaak om samen te werken over de grenzen van disciplines, organisaties en gebieden heen. Dat brengt nieuwe vragen met zich mee:
• Hoe zorg je nu dat je je eigen ei kwijt kunt in een groep collega’s met dezelfde behoefte, maar een ander ei?
• Hoe zien ‘opdrachten’ eruit als ze niet meer SMART gemaakt kunnen worden?
• Hoe pak je als team iets aan als je geen houvast hebt?
• Hoe ga je om met een opdrachtgever in dit nieuwe samenspel?
• Is er een andere keuze dan heel hard rennen en wachten tot je je neus stoot?
• Hoe zorg je dat leren en realiseren in balans zijn?
Dit zijn slechts een paar van de vragen die ons boeien en waarmee wij aan de
slag zijn gegaan. Ze draaien rondom ‘opgaven’, die een groter goed dienen en
contextspecifiek zijn, emergent en transdisciplinair. Ze zijn een uitnodiging om
zelf en samen vorm te geven en jezelf in te brengen. Het zijn de opgaven en de
manier om deze lerend te realiseren die centraal staan in dit boek.