Hoe zag het leven van kinderen eruit tegen het einde
van de 19de eeuw? Door de ogen van kunstenaars als
Hendrik Willem Mesdag, Suze Robertson, Thérèse
Schwartze, Jozef Israëls of Jacob Maris komt een
vermakelijk, schrijnend of ontroerend beeld naar voren.
De kinderen die zij schilderden werkten met hun
ouders op het land of bij het binnenhalen van de vis.
Hun bestaan was gericht op overleven. Het Kinderwetje
van Van Houten (1874) bracht hier 150 jaar geleden
geen verandering in. Daarin werd vooral bepaald dat
kinderen ouder dan twaalf jaar moesten zijn om in
een fabriek te werken; over ander werk ging het niet.
Er was een wereld van verschil tussen het leven van
deze kinderen en dat van de zoons en dochters van
de Haagse Schoolschilders, zoals te zien is op hun
intieme kinderportretten. Zij maakten muziek of
leerden tekenen en leidden vaak een zorgeloos bestaan.
Wat deze kinderen gemeenschappelijk hadden was
het plezier tijdens het spelen.