Carbidschieten is een oorverdovend fenomeen dat inmiddels een niet meer weg te denken plattelandstraditie is geworden. Deze traditie vormt met name voor veel inwoners van Noord- en Oost-Nederland een vast onderdeel van de identiteit. Naast tal van rituelen bij geboorte, huwelijk en dood en feesten als carnaval en sinterklaas, is deze bijzondere wijze van oud-en-nieuwviering voor hen een van de hoogtepunten van het jaar.
De periode rond de jaarwisseling is er altijd een geweest van licht en geluid. De oude Germanen, die nog geen kalender kenden, verdreven al tijdens het midwinterfeest met een hoop kabaal de kwade geesten. Ondanks latere pogingen van de kerkelijke autoriteiten om deze luidruchtige viering in te bedden in de kerkelijke traditie, is de overgang van het oude naar het nieuwe jaar altijd – ook na de Reformatie – een wereldlijk en losbandig feest gebleven.
De ontwikkelingen rond het carbidschieten – in het bijzonder die in de zelfverklaarde carbidhoofdstad Kampen – is in dit boek de rode draad in het grotere verhaal over de viering van oud en nieuw. Niet alleen de luidruchtige en lange tijd gewelddadige oudejaarsnachten in Kampen en omgeving worden erin beschreven, ook het carbidschieten en de andere oudejaarstradities elders passeren de revue.
De laatste jaren heerst er rond het carbidschieten in toenemende mate een sfeer van gezelligheid en saamhorigheid. Na het carbidschieten in Drenthe heeft inmiddels ook het melkbusschieten in Kampen officieel de (UNESCO)status van ‘immaterieel erfgoed’ gekregen. Mits in goede banen geleid, kan deze traditie nog lang blijven voortbestaan. Hoe de toekomst er echter uit komt te zien, dat ligt mede in de handen van de beoefenaren.