De schilderijen van Richard van den Dool (Sliedrecht, 1949) laten zich het best omschrijven als landschappen die niet bestaan. Luchtspiegelingen op het grensvlak van realiteit en verbeelding. De thematiek, of beter gezegd de aanleiding om te schilderen, is bij hem altijd dezelfde, de natuur verveelt hem nooit. Motieven voor schilderijen vindt hij dicht bij huis: bij de rivier, die voor zijn huis stroomt, of in de tuin, waar hij elke dag een paar keer doorheen loopt van en naar zijn atelier. Van den Dools schilderijen laten je naar buiten kijken, naar zomerse, dansende lichtvlekken op het gras of twinkelende reflecties op het water. Van den Dool werkt niet rechtstreeks naar de natuur, toch heeft kijken naar zijn schilderijen iets van buiten zijn in de natuur. Het zijn landschappen waarin de natuur onmiskenbaar ademt.