De canon van de schilderkunst van de 17de eeuw is al meer dan een eeuw oud en sluit nog maar beperkt aan bij de smaak van de 21ste eeuw. Dit boek laat zien hoe de smaak zich gedurende vier eeuwen heeft ontwikkeld, welke veranderingen daarin zijn opgetreden en welke opvattingen en omstandigheden daaraan ten grondslag lagen.
In totaal wordt het werk van ongeveer 300 schilders besproken, ruim 60 daarvan vormen de canon van belangrijkste schilders van de zeventiende eeuw. Enkele voorbeelden: Rembrandt en Jan Steen als de meest veelzijdigen, Bartholomeus van der Helst en Frans Hals als de belangrijkste portretspecialisten, Johannes Vermeer en Gabriƫl Metsu als de grootste genreschilders, Caesar van Everdingen als classicist, Adriaen van der Werff als academist en Hendrick Terbrugghen en Gerard van Honthorst als caravaggisten.
De auteur van dit grote overzicht, Paul Schnabel, houdt zich al zestig jaar bezig met kunstgeschiedenis, met name met de Nederlandse schilderkunst van de zestiende eeuw tot nu.