Erich Wichman (1890-1929) was eigenlijk teveel tegelijk: schilder, tekenaar, graficus, beeldhouwer en ontwerper, excentriekeling, antiparlementair dwarsligger, antiburgerlijk scribent, principieel alcoholist, medeoprichter van de Amsterdamse Rapaillepartij, kunstcriticus en tegen het eind van zijn leven ook nog fascist. In de enerverende periode tussen ca. 1912 en 1929 leerde hij veel kunstenaars en literatoren kennen, onder wie Theo van Doesburg, Wassili Kandinsky en Adriaan Roland Holst.
Wichmans leven is een bonte aaneenschakeling van mislukkingen en successen, zowel op het persoonlijke als op het professionele vlak. In dit boek ontrafelt Wichmanspecialist Frans van Burkom het leven en werk van deze Utrechtse kunstenaar, die als een van de eersten in Nederland abstracte kunst maakte.
Dit rijk geïllustreerde boek bevat een oeuvrecatalogus met werken van Wichman in Nederlandse openbare collecties.