Reisverhalen uit West en Oost
Tussen 1590 en 1623 publiceerden Theodor de Bry en zijn zonen Johan Theodor en Johan Israël (afkomstig uit Leuven) een verzameling van teksten over de buiten-Europese wereld. Er is een West-Indische reeks met
werken over Amerika en de Nederlandse en Engelse wereldomzeilingen (twaalf delen) en een Oost-Indische reeks met werken over Afrika en Azië (elf delen). Het laat zien hoe volken in West en Oost destijds gezien werden.
De teksten worden aangeduid als ‘reisverslagen’, maar het zijn vooral land- en volkbeschrijvingen, en verslagen
van de verkenningen en kolonisaties door Europeanen. De collectie De Bry geeft de Europese expansie weer tussen 1492 en 1623. Een groot deel van de platen met de bijbehorende beschrijvingen gaan over de levenswijze van de vreemde volken en het optreden van de Europeanen buiten Europa. De Poorten van de Indiën is een analyse van deze platen en teksten.
Delen uit de collectie De Bry waren aan het begin van de zeventiende eeuw in het bezit van edelen, humanisten, magistraten, kooplieden en geestelijken. Ze droegen ertoe bij dat geïnteresseerden zich een voorstelling konden maken van de levenswijzen van buiten-Europese volken en van hun plaats in de mensheidsgeschiedenis. Zij konden zich er zo van vergewissen dat de mensen daar zich net zoals zij zelf bewogen in een wereld tussen Goed en Kwaad.