Bij ‘barok’ zal niemand dadelijk aan Groningen – stad en provincie
– denken. Toch zijn hier in de tweede helft van de zeventiende en
de eerste helft van de achttiende eeuw belangrijke barokke
ontwerpen tot stand gekomen: torenbekroningen, kerkmeubilair,
interieurs van borgen en stadswoonhuizen, met daarin portretten,
maar ook voorbeelden van historieschilderkunst. Vaak ontstonden
deze intrigerende ensembles in samenwerking tussen verschillende
kunstenaars: de architect Allert Meijer ontwierp voor de orgelbouwer
Arp Schnitger orgelkassen, waarvan het beeldsnijwerk door
Jan de Rijk werd verzorgd, terwijl Jan de Rijk in het Provinciehuis en
op de borg Menkema samenwerkte met de schilder Hermannus
Collenius.
Freerk en Lieke Veldman, die bijna een heel leven hebben gewijd
aan onderzoek naar deze periode, presenteren de resultaten hiervan
in dit boek, waarin archiefmateriaal en een zorgvuldige analyse van
kunstwerken tot nieuwe inzichten en toeschrijvingen leiden. Ook in
het buitenland hebben ze schilderijen en interieurs opgespoord, die
uit Groningen afkomstig zijn. De vier genoemde kunstenaars
worden in dit boek in een bredere samenhang voorgesteld, terwijl
hun werk in catalogi gedetailleerd toegankelijk wordt gemaakt.
De vele illustraties laten een indrukwekkende wereld van pracht en
praal zien. Hoewel nog maar enkele borgen bewaard zijn gebleven
en stadswoonhuizen door veranderingen in smaak en mode vaak
van hun barokke inrichting zijn ontdaan, is nog verrassend veel uit
deze bloeiperiode overgebleven. Daarvan geeft dit boek een
overtuigend beeld.