In de zomer van 1672 is de paniek in Utrecht compleet. Over land wordt de Republiek der Verenigde Nederlanden overspoeld door een gigantische troepenmacht met aan het hoofd de Franse koning Lodewijk XIV. Het jaar ging de boeken is als Rampjaar 1672. Utrecht kon niet worden verdedigd en werd weggegeven. De laatste verdedigingslinie, de oude Hollandse waterlinie, blijkt uiteindelijk nét voldoende. Wie aan rampjaar 1672 denkt, denkt aan de heroïsche verdediging langs deze waterlinie. Toch was een groot deel van de Republiek in handen van de vijand. Aan de westrand van Utrecht voerde het Nederlandse leger een wanhopige overlevingsstrijd,
in de rest van het gewest werd door de Fransen gemoord, geplunderd en gebrandschat.
Branden of betalen verhaalt over de staat van het gewest Utrecht en de Utrechtse edelen in 1672-1673.
De focus ligt in het bijzonder op de bewoners van Slot Zuylen en Kasteel Amerongen. De families Van Tuyll van Serooskerken en Van Reede behoorden tot eenzelfde machtige Utrechtse familieclan, maar beleefden het rampjaar op totaal verschillende manieren. Eén kasteel kon tegen een gigantische prijs gespaard worden, het ander ging jammerlijk in vlammen op.