Tal van kunstenaars trokken door de eeuwen heen naar West-
Friesland om daar de fraaie architectuur van de steden Hoorn,
Enkhuizen en Medemblik vast te leggen. Deze drie steden vormen
het uitgangspunt van dit boek. Medemblik is het oudste stadje van
West-Friesland en Hoorn en Enkhuizen dankten hun welvaart aan de
VOC. Naast de architectuur trok ook de sfeervolle combinatie van
de steden aan het water, de Zuiderzee, later het IJsselmeer.
In de begintijd zijn het veelal maritieme stukken met een stadsprofiel,
maar later in de 18e en vooral in de 19e eeuw worden de
steden veelvuldig vastgelegd door mensen als Cornelis Springer en
Adrianus Eversen. In de 20e eeuw is iemand als Willem Bastiaan
Tholen ook een frequent bezoeker van deze regio. De elite liet zich
graag portretteren, deels door lokale kunstenaars, maar zeker ook
door portrettisten die van buiten kwamen. Hoorn kende een grote
portrettraditie met grootse schutterstukken en tal van losse
portretten. In Hoorn waren naast portrettisten de stillevenschilders
Herman Hengstenburg en Matthias Withoos actief. Ook aan hen zal
aandacht worden geschonken.