Ze was de enige vrouw in Nederland die zich omstreeks 1900 op
het gebied van de metaalkunst waagde: kunstenaar Johanna
van Eijbergen (1865-1950). Haar ontwerpen werden tussen 1904
en 1910 uitgevoerd door de Hengelose fabrikant G. Dikkers
& Co. De vazen, schalen en vele andere voorwerpen kenmerken
zich door wonderschone decoraties van gestileerde bloemen
en dieren, vooral insecten, vlinders en vissen.
Bij de Nederlandse metaalkunst rond 1900 denk je aan kunstenaars
als Jan Eisenloeffel (1876-1957), Frans Zwollo sr. (1872-1945), Carel
Begeer (1883-1956) en Johannes Cornelis Stoffels (1878-1952).
Aan dit rijtje moet zeker de naam Johanna van Eijbergen worden
toegevoegd. Ze bouwde in korte tijd een indrukwekkend oeuvre op
als metaalkunstenaar.
Van Eijbergen onderscheidde zich door de
manier waarop ze gestileerde dier- en plantmotieven naadloos liet
samengaan met geometrische vormen.
Hoewel Van Eijbergen slechts tien jaar actief was als metaalkunstenaar,
wist zij haar talent ten volle te benutten. Het zijn met
name gevleugelde insecten die terugkomen op de vaasjes en
schalen in messing, koper en tombak. Ook werden er op basis
van haar ontwerpen broodmanden,
kannen, lampen, deurplaten
en deurknoppen vervaardigd. De ontwerpen sluiten
aan bij de heersende art-nouveaustijl van dat moment.
Het boek bevat ook werk van de hedendaagse illustrator
Merlijne Marell, die zich door Van Eijbergen liet inspireren.