In 1919 tekende Jan van Herwijnen (1889–1965) 32 levensgrote portretten van psychiatrische patiënten in het Willem Arntsz Huis in Utrecht, kort nadat hij zelf met een fikse zenuwinzinking opgenomen was geweest in een kliniek. Met doorvoeld respect gaf hij een menselijk gezicht aan de vrouwen en mannen die met het label ‘krankzinnig’ aan het zicht van de samenleving waren onttrokken. Geen stereotypen, maar door het leven getekende individuen die hij in een gestileerd realisme met stevige contourlijnen op papier zette. De tekeningen zorgden voor een doorbraak in zijn carrière en spreken nog immer tot de verbeelding. Ze roepen vragen op over de grens tussen ‘normaal’ en ‘gek’ en over onze (onbewuste) vooroordelen over de psychiatrie.
Dit boek verschijnt bij de tentoonstelling in Museum MORE van Jan van Herwijnens serie psychiatrische portretten. In de inleiding worden de tekeningen geplaatst in een kunsthistorische context en in de psychiatrie van een eeuw geleden.