Oek de Jong kijkt naar kunst en zoekt het ongrijpbare, om het vervolgens voor ons allemaal onder te woorden te brengen. Negen jaar lang schreef Oek de Jong voor Museumtijdschrift over beeldende kunst, fotografie, film, architectuur en design. Hij koos steeds een kunstwerk en schreef er een mini-essay bij: persoonlijk, beeldend en in de heldere stijl die hem ook kenmerkt als romanschrijver.
Over een intieme ets van Rembrandt, de bekende foto van Marilyn Monroe op het luchtrooster van de metro, de Land Art van Richard Long en Hamish Fulton, de Hagia Sophia in Istanbul, foto’s van Nan Goldin, Koos Breukel, Weegee, Saul Leiter en Ad Windig, de ondergang van Jackson Pollock, Matisse en het licht, Picasso en de vrouwen, een schilderij van Co Westerik, Paris, Texas en cameraman Robby Müller, het sign system in de New Yorkse metro, het schokkende werk van Ronald Ophuis en de berg van Cézanne, die de schrijver in ijzige kou en een razende mistral beklom.
Die mini-essays samen vormen een waaier van onderwerpen, die De Jongs brede belangstelling weerspiegelt. Dit boek biedt met een selectie van ruim veertig stukken – tekst én beeld – ook een unieke kijk op zijn persoonlijke wereld. Dit zijn de kunstenaars, de beelden en de plekken die deze gelauwerde romanschrijver al vele jaren fascineren, betoveren, ontroeren en inspireren.