Nunspeet heeft een rijk verleden als kunstenaarskolonie doordat hier vanaf 1880 vele kunstschilders neerstreken. ‘Was het niet dat ik met Voerman afgesproken had een schilderij met beesten te maken, dan was ik allang hiervandaan en zat [ik] in Nunspeet,’ schreef kunstschilder Willem Tholen in 1885.
Geheel in lijn met de rond 1900 heersende opvattingen zochten kunstenaars naar de puurheid van het landleven en de ongerepte natuur. Door de aanleg van de spoorlijn was vanaf 1863 de bereikbaarheid van Nunspeet verzekerd. De eerste generatie schilders in Nunspeet, met namen als Herman van der Weele, Arthur Briët, Jan van Vuuren, Marie Wandscheer en Willy Martens, zorgden voor een rijke nabloei van de Haagse School. Na de Eerste Wereldoorlog vestigde een tweede generatie kunstenaars zich in Nunspeet: Jos Lussenburg, Ben Viegers, Frans Huysmans en Chris ten Bruggen Kate.
De aanwezigheid van zoveel beeldend kunstenaars had als neveneffect de oprichting in 1968 van een nog altijd intensief bezochte Vrije Academie Nunspeet. In 2014 werd direct aan deze academie het Noord-Veluws Museum gebouwd, waar de kunstwerken te zien zijn van de kunstenaars die op de noordelijke Veluwe een inspirerende omgeving vonden.