Van oudsher hebben kunstenaars over Walcheren gezworven, aangetrokken door de ongerepte schoonheid van de natuur, de bijzondere lichtval langs de kust en de weerschijn ervan over het vlakke land. Het grillige duinlandschap, de zee en de oude bossen die de dorpen omzomen, inspireerden schilders, dichters, componisten en schrijvers. De kustplaats Domburg was het centrale punt. 'Het is buiten zoo mooi van kleur, kleur, kleur en zon', verzuchtte de kunstenaar Jan Toorop in 1908 tijdens zijn verblijf in de badplaats.
Vanaf 1870 ontwikkelde Domburg zich tot een kunstenaarskolonie. Tot bloei kwam de kolonie met Toorop, die er samen met Piet Mondriaan de basis voor het Nederlandse luminisme legde. Tal van binnenlandse en buitenlandse schilders kwamen er in Toorops kielzog werken. Ze raakten geïnspireerd door de omgeving en door de karakteristieke Zeeuwse bevolking. De zogenaamde Domburgsche Tentoonstellingen (1911-1921) maakten de band tussen hen nog hechter. De Eerste Wereldoorlog was voor kunstenaarskolonie Domburg het begin van het einde