Vrouwen, dieren en fantasiefiguren. De schilderijen van Rosa Loy (1958) worden er door bevolkt. Met als achtergrond haar uiteenlopende landschappen, die zich uitstrekken van het ondergrondse tot voorbij het oneindige. Er heersen eigen wetten en gewoontes. Mens en natuur staan zo dicht bij elkaar dat ze soms letterlijk met elkaar vergroeid zijn.
Loy kent de plantenwereld goed. De grote tuin met planten en bloemen bij haar huis is een bron van inspiratie. Via de natuur komt de werkelijkheid haar schilderijen binnen. Die geven geen commentaar op de alledaagse werkelijkheid, maar laten de kijker eerder grote verbanden of universele waarheden zien in kleurrijke voorstellingen.
Geboren in Zwickau (voormalige DDR) ging het leven van Loy aanvankelijk niet over rozen. Maar na de tuinbouwschool en de hogeschool voor Grafiek en Boekkunst in Leipzig, waar ze nog steeds woont en werkt, kreeg ze erkenning als zelfstandig kunstenaar. Ze exposeerde onder meer in Berlijn, Londen en New York.