Het is drukkend warm op woensdag 12 mei 1897. Veenarbeiders Willem Emmens en Hendrik Barkhof zijn hard aan het werk in een veentje tussen Vries en Yde. Met een baggerbeugel scheppen ze zwarte veenmodder uit het bruine water. Dan gebeurt er iets wat niemand verwacht: ze halen een lichaam naar boven. De twee mannen schrikken zich een ongeluk en rennen in paniek naar huis. Zo begint Het meisje van Yde, een kinderboek over het beroemdste veenlijk.