Babette, een jonge vrouw van dertig, is zwanger van haar tweede kindje als haar man Erik het bericht krijgt dat hij ernstig ziek is, diagnose 'non-Hodgkinlymfoom'. Er volgt een tijd met een flink aantal zware behandelingen en een stamceltransplantatie. Het is onduidelijk of Erik bij de bevalling kan zijn. Babette heeft dan al een zware periode achter de rug. Haar broer Marcel is net gevonden nadat hij is overleden na een vermissing in de Sahara en een jaar eerder heeft ze afscheid moeten nemen van haar zieke moeder Lize. Ze besluit een boek te schrijven om alles te verwerken. Lang houdt ze het in eerste instantie niet vol. Alle emoties van de afgelopen gebeurtenissen komen boven, terwijl ze midden in het ziekteproces van haar man Erik zit. Toch ontstaat uiteindelijk een relaas dat betrekking heeft op het begin van haar onbezorgde tienerjaren, de ontmoeting met Erik en op de nare periodes die volgen. Tijdens het schrijven ontdekt ze dat dit de manier is om op de been te blijven. Zo komt ze tot rust en kan ze verwerken.
"Vlot, pakkend en meeslepend. Echte pageturner."
"Ontroerend. De spanning en angsten zijn haarscherp voelbaar."
"In één adem uitgelezen. Een regelrechte aanrader."