Niet zelden gaat een sportdiscussie over wie de beste of de grootste is in zijn of haar sport. In deze gesprekken is er vrijwel nooit een eindconclusie, want het antwoord op de vraag wie de beste of grootste sporter is, is vrijwel altijd subjectief.
Wilfred Luijckx (1979) wilde door zijn bèta-achtergrond een objectieve lijst samenstellen met de beste sporters. Naast voetbal en de Olympische Spelen mag hij kijkt hij met belangstelling naar het wielrennen en dan met name in juli naar Tour de France en in het najaar naar het wereldkampioenschap.
Het bleek dat de wielersport zich uitermate goed leent om een berekende Top 100 te maken met de beste wielrenners ooit. Immers door punten toe te kennen aan overwinningen en ereplaatsen in de belangrijkste wedstrijden kon je een objectieve ranglijst maken. Het enige subjectieve criterium zijn het aantal punten wat een overwinning of ereplaats in een bepaalde wedstrijd oplevert.
In zijn 4e boek neemt Wilfred Luijckx u mee langs de 100 grootste wielrenners uit de geschiedenis. Van de allereerste Tourwinnaar op nummer 100, via “Spartacus”, “Le Professeur”, “Rik I en II”, “De Monnik” naar “De Kannibaal”. Zelfs "The Boss" krijgt een plaats.