Deel 4 is gewijd aan een deel van de gevolgen van vertraging, namelijk het recht van de opdrachtgever en de aannemer op vergoeding van de schade die daardoor is veroorzaakt. Aan dit onderwerp zitten tal van aspecten. De voorwaarden om de andere partij met succes aan te spreken voor vergoeding van schade zijn deels voor beide partijen dezelfde: schade moet tijdig gemeld worden en moet aannemelijk gemaakt worden met een behoorlijke onderbouwing. Wat betreft schade geleden door de opdrachtgever is er veel rechtspraak betreffende de korting of boete. Bij de door de aannemer gevorderde schade spelen de vele diverse schadeposten een rol, zoals AK, winst en risico, kosten in inzake de bouwplaats, de langer lopende bankgarantie en versnellingskosten. De berekening van de omvang is ook niet altijd gemakkelijk: zo geldt als algemene regel dat nacalculatie niet toegestaan is. Een groot deel van de rechtspraak betreft deze kwesties. Het recht op schadevergoeding vloeit ten dele voort uit het gemene recht en wordt voorts beheerst door de algemene voorwaarden. Die zijn met name van belang voor de regeling van de korting/boete die de aannemer opgelegd kan krijgen wanneer hij te laat oplevert. Deze regels zijn ook opgenomen.
In de Serie Bouw- en Aanbestedingsrecht staat de rechtspraak centraal. De rechtspraak is afkomstig van de Raad van Arbitrage in Bouwgeschillen en van de overheidsrechter. De gedetailleerde ordening van de rechtspraak maakt dat snel een indruk wordt verkregen van de problemen die spelen inzake de grote thema’s in het privaatrechtelijk bouwrecht en hoe daarmee wordt omgegaan.
In deel 4 worden behandeld:
• Vertragingsschade
• Korting, schadeposten, omvang, procedurele aspecten
De inhoud van de delen in de nieuwe opzet (delen 1 tot en met 23) is achterin het boek opgenomen.