Open normen, toezicht en duurzaamheid

Perspectieven op komende duurzaamheidswetgeving vanuit het bestuursrecht, het mededingingsrecht en het financieel toezichtrecht

Voorzijde
49,50
Vandaag besteld,
morgen verzonden
Met 5% studentenkorting
voor 47,03 i
+
Bestel
ISBN: 9789462513365
Uitgever: Uitgeverij Paris B.V.
Verschijningsvorm: Paperback
Auteur: T. Barkhuysen E.P.M. Joosen W. Knibbeler V.M.Y. van ’t Lam C.W.M. Lieverse
Druk: 1
Pagina's: 180
Taal: Nederlands
Verschijningsjaar: 2023
NUR: Ondernemingsrecht

Duurzaamheid ontwikkelt zich steeds meer van een ideaal tot een juridische notie die ook haar weg vindt in wet- en regelgeving. Tegelijkertijd geldt dat de uitwerking van die notie vaak nog zeer beperkt en algemeen is en niet veel verder komt dan een ‘open norm’. Dat geldt ook voor het meest vergaande voorstel tot nu toe zoals vervat in de voorgenomen EU-Richtlijn inzake Corporate Sustainability Due Dili- gence (‘CSDDD’).

Tussen de ‘open normen’ in de CSDDD en de invulling en handhaving daarvan, staan praktische problemen en juridische noties in de weg. ‘Open normen’, zeker op nieuwe en relatief onontgonnen terreinen roepen daarmee lastige vragen op waar het gaat om invulling, toetsing en handhaving van die normen door toezicht- houders en rechters. Al met al lijken min of meer klassieke toezichtnoties hier zodanig te gaan knellen dat een andere invulling van toezicht wellicht onontkoom- baar is. Idealiter zou dit wellicht moeten evolueren naar een nauwere samenwerking tussen toezichthouder en de onder toezicht gestelden, waarbij de laatsten inzicht zullen moeten geven in de afwegingen die ten grondslag liggen aan een bepaalde beleidskeuze en toezichthouders dat met een open oog voor alle omstandigheden van het geval op redelijkheid zullen moeten toetsen.

De fundamentele vraag die dat doet rijzen is of het bestaande rechtsstelsel daarop is ingesteld en of en hoe met de geschetste ‘open normen’ kan en moet worden omgegaan. In het navolgende wordt die vraag vanuit een aantal perspectieven door eminente preadviseurs bezien. Van ’t Lam en Barkhuysen benaderen de materie vanuit het perspectief van het algemene bestuursrecht en de wijze waarop in het bestuursrecht het doen en laten van toezichthouders pleegt te worden ingekaderd en getoetst. Joosen en Lieverse analyseren de vraag of en hoe de CSDDD aansluit bij leerstukken zoals die ontwikkeld zijn in het financiële toezichtrecht en betrekken daarbij de rol die DNB en ECB alsmede de AFM daarin spelen. Knibbeler richt het vizier op de vraag of en hoe het mededingingsrecht en de beleidsoriëntatie van de ACM aansluiten of aan zouden kunnen sluiten bij toezicht op de naleving van de CSDDD.

Aldus is in de beste tradities van de Koninklijke Vereeniging ‘Handelsrecht’ sprake van preadviezen die uiteenlopende vakgebieden omspannen en is een rijk en zeer relevant boek ontstaan dat het bestuur van de Vereeniging met heel veel genoegen aan zijn leden presenteert.