Misbruik van de bereidheid van arbeidskrachten, bijvoorbeeld uit andere lidstaten van de Europese Unie (EU), Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland, om voor een lager loon te werken dan het toepasselijk minimumloon, leidt tot oneerlijke concurrentie tussen bedrijven en aan werknemerskant tot verdringing, onderbetaling en soms zelfs uitbuiting. Als gevolg van het verdringingseffect staat het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel onder druk. Om aan deze ongewenste situatie(s) zowel aan de kant van de bedrijven als aan werknemerskant iets te kunnen doen, is de Wet aanpak schijnconstructies tot stand gebracht. Deze wet behandelt oneerlijke concurrentie tussen bedrijven, het versterken van de rechtspositie van werknemers en een beloning voor werknemers.
In dit boek wordt de parlementaire geschiedenis van die wet behandeld. Een wijziging in een wettelijk voorschrift wordt voorafgegaan door de oude (te wijzigen) wettekst. Het wijzigingsonderdeel sluit af met het wettelijk voorschrift waarin de wijzigingen zijn aangebracht. Daarbij is de volgorde aangehouden van de parlementaire behandeling. In de marge is aangegeven welk onderdeel van de parlementaire behandeling aan de orde is.