Het leerstuk van de samenhangende rechtsverhoudingen in het overeenkomstenrecht is wellicht het beste voorbeeld van de omstandigheid dat de grenzen van het civil law contractenrecht onder druk staan. De verbonden overeenkomsten zijn overeenkomsten die een zodanige invloed op elkaar uitoefenen dat een wijziging binnen de ene overeenkomst niet zonder gevolgen kan blijven voor een ‘verbonden’ andere overeenkomst. Deze osmotische werking tussen twee of meerdere overeenkomsten verhoudt zich slecht met de heersende doctrine waarin de beslotenheid van de overeenkomst vooropstaat. Dat wil zeggen dat alleen partijen bij een overeenkomst directe invloed kunnen uitoefenen op de rechtssfeer van die overeenkomst en dat derden die niet direct als partij betrokken zijn bij die overeenkomst, geen invloed kunnen uitoefenen op de rechtsgevolgen van die overeenkomst.
In dit boek wordt de ontwikkeling van het leerstuk verbonden overeenkomsten in de rechtspraak geschetst. Daarbij worden enerzijds kritische noten geplaatst en anderzijds openingen onderzocht die wellicht als handvat kunnen dienen in een toekomstig codificatieproces.